Het onderstaande wetsvoorstel is controversieel verklaard. Hierom is het onduidelijk of dit wetsvoorstel er nog komt en per wanneer. Houdt onze pagina in de gaten voor meer informatie.
Minister Koolmees, de minister van Sociale Zaken, heeft een wetsvoorstel ingediend om de beoordeling van het re-integratieverslag door het UWV te wijzigen. Deze wijziging moet per 1 september 2021 ingaan. Met de nieuwe wetgeving wordt het advies van de bedrijfsarts leidend op het onderdeel belastbaarheid. Waar komt deze wijziging vandaag en wat betekent dit voor werkgevers én werknemers? Ik leg het uit in dit artikel.
Wat is de huidige situatie?
Na twee jaar ziekte beoordeelt het UWV of een werkgever en werknemer voldoende aan de re-integratie hebben gedaan. Als het UWV dit onvoldoende vindt, kan zij de werkgever een loonsanctie opleggen. De werkgever moet dan tot één extra jaar de loonkosten van de werknemer doorbetalen.
De werkgever wordt bij het beoordelen van de re-integratieactiviteiten verantwoordelijk gehouden voor het handelen van de bedrijfsarts (en andere deskundigen). Dus: zijn de re-integratieactiviteiten gebaseerd op het advies van een bedrijfsarts, maar vindt het UWV vindt de activiteiten te weinig? Dan krijgt de werkgever een loonsanctie.
Werkgever kan verantwoordelijkheid voor advies deskundigen niet nemen
Binnen de re-integratie is het advies van de bedrijfsarts zwaarwegend. De werkgever mag niet zelfstandig een mening vormen over de medische mogelijkheden van de werknemer. De werkgever mag geen medische informatie uitvragen, verzamelen en kan niet het medisch dossier inzien.
Zelfs als de werkgever het niet eens is met de bedrijfsarts, wordt hij geacht de expertise van de bedrijfsarts te volgen. De werkgever kan in de praktijk hierdoor de verantwoordelijk voor het handelen van de bedrijfsarts niet nemen.
Wat betekent de wijziging voor de beoordeling door het UWV?
Het betreft een voorstel om per 1 september 2021, bij het beoordelen van de re-integratie, het advies van de bedrijfsarts leidend te maken. Het gaat dan specifiek om het advies over het onderdeel ‘belastbaarheid van de werknemer’.
Bij een advies over belastbaarheid gaat het over waar de werknemer medisch toe in staat is. Denk hierbij aan vraagstukken als:
- hoeveel uur kan de werknemer werken?;
- hoeveel kilo kan de werknemer tillen?;
- kan de werknemer met conflicten op het werk omgaan?;
- is de werknemer in staat om te werken?
Een bedrijfsarts kan ook adviezen geven die niet gaan over de belastbaarheid van de werknemer. Denk hierbij aan adviezen hoe de belastbaarheid ingezet kan worden in de praktijk. Bijvoorbeeld over het al dan niet stoppen met re-integratieactiviteiten bij de eigen werkgever of het al dan niet opstarten van een tweede spoortraject. In dat geval adviseert de bedrijfsarts niet wat de belastbaarheid is, maar hoe de belastbaarheid het beste kan worden ingezet.
De nieuwe regel geeft niets aan over deze andere adviezen. Maar het ligt in de lijn der verwachting dat het UWV deze wél gaat toetsen. De toelichting op het wetsvoorstel geeft nadrukkelijk aan dat andere loonsancties onverminderd toegepast dienen te worden. Adviezen van de bedrijfsarts die niet over de belastbaarheid gaan dienen dus kritisch gelezen te worden.
Welk effect wordt er verwacht op loonsancties voor de werkgever?
Tussen 2015 en 2017 waren 12% van de opgelegde loonsancties het gevolg van een verschil van mening tussen de bedrijfsarts en de verzekeringsarts. Daarom wordt er van uit gegaan dat er minder loonsancties worden opgelegd als deze wijziging ingaat. Hoewel 12% een minderheid van de loonsancties betreft, zijn de loonsancties waarover de wetswijziging gaat voor de werkgever wel belangrijk. Loonsancties vanwege een ‘verkeerd’ medisch advies zijn voor de werkgever moeilijk te voorkomen, terwijl het bij andere loonsancties beter mogelijk is het beleid aan te passen. De werkgever kan met de nieuwe regel dus beter loonsancties voorkomen.
Naast de geplande afname aan loonsancties bestaat er echter ook de zorg dat het UWV op andere onderdelen in het re-integratieverslag de beoordeling gaat aanscherpen. Daardoor zal het totaal aantal loonsancties gelijk blijven. De nadruk komt hiermee mogelijk meer te liggen op het oordeel van de arbeidsdeskundige.
Welke gevolgen heeft de wijziging voor de werknemer?
In de huidige situatie kan het UWV nog oordelen dat de werkgever te weinig heeft gedaan aan de re-integratie. Dat zorgt ervoor dat een werknemer een jaar langer bij de werkgever in dienst blijft, de werknemer loon ontvangt en er nog re-integratieactiviteiten uitgevoerd dienen te worden.
In de nieuwe situatie mag de werkgever stoppen met de loondoorbetaling en afscheid nemen van de werknemer. Het is hierbij echter onduidelijk of, en welke, uitkering de werknemer van het UWV krijgt. De wijziging kan dus financiële gevolgen hebben voor de werknemer.
Gevolgen op de lange termijn
Er wordt 10 miljoen euro geïnvesteerd in kwaliteitsverbetering zoals scholing, richtlijnen en leidraden. Dit moet ervoor zorgen dat de beoordeling van bedrijfsartsen en verzekeringsartsen uitgaan van dezelfde uitgangspunten. Tegelijkertijd zullen bedrijfsartsen zich minder gebonden voelen aan de richtlijnen die het UWV voorschrijft bij het beoordelen van de belastbaarheid. De bedrijfsarts zal meer vrijheid ervaren om naar eigen professionele oordeel te adviseren. Het valt dus nog te bezien of de beoordelingen van verzekeringsartsen en bedrijfsartsen de komende jaren naar elkaar toe groeien.
Schakel de hulp in van Be Suitable
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met Joeri Willems, onze arbeidsdeskundige via 033-3302693 of joeri@besuitable.nl.
0 reacties